Elk gezin geeft een schat aan waarden en verhalen door, maar soms is een deel van die schat eerder een last.

Dit verhaal gaat over hoe Eline onbewust de opdracht van haar oma aanvaardde en daardoor niet goed tot haar recht kwam in het familiebedrijf.

 

Emotioneel erfgoed

Elke familie heeft een emotioneel erfgoed, dat wat we van generatie op generatie doorgeven. Als kind krijg je hiervan altijd iets mee, bijvoorbeeld een bepaald gedrag, een bepaalde manier van je hechten aan anderen, een blauwdruk van hoe je in relatie gaat met dierbaren, familie of vrienden.

Dit emotioneel erfgoed wordt op verschillende manieren overgedragen. Een van de belangrijkste manieren van overdracht is het vertellen van verhalen over ons gezin van oorsprong.

We dragen verschillende emoties over aan onze kinderen of kleinkinderen: pijn, verdriet, frustratie, schaamte en gevoelens van afgunst. Vaak worden deze overgedragen gevoelens pas bij de volgende generatie duidelijk zichtbaar.

Deze emotionele erfenis zorgt soms voor verwarring. Bepaalde elementen kunnen heel waardevol zijn, maar andere kunnen ook blokkerend of verlammend werken. Het is een zoektocht om te ontrafelen wat je wil koesteren als schat en wat eerder een last is in het dagelijks functioneren binnen het familiebedrijf en binnen relaties.

Vaak werkt emotioneel erfgoed op een onzichtbare manier door in een volgende generatie. Sommige mensen dragen een last mee van de vorige generatie, maar begrijpen niet goed waar deze vandaan komt. Gaan kijken naar de herkomst van dat erfgoed en er je eigen invulling aangeven, is dan een belangrijke taak in je verdere persoonlijke en professionele ontwikkeling.

 

Zo gebeurde het dat ik een telefoon kreeg van een familiebedrijf waarbij moeder, vader en dochter Eline samen het bedrijf runnen. De ouders begrijpen het niet goed. Eline heeft een mooi uitgestippelde toekomst binnen het bedrijf, een mooi appartement en een leuke bedrijfswagen. Maar toch blijkt ze niet gelukkig te zijn.

Tijdens het traject wordt duidelijk dat Eline vandaag nog steeds een ‘last’ meesleept en een strijd voert, die eigenlijk niet de hare is. Eline vertelt dat ze een goede band had met haar oma, die vorig jaar overleden is. Ze mist de boeiende gesprekken met oma.

‘Ze was een vrouw van de wereld. Ze kleedde zich mooi en had interesse in kunst en politiek. Wij gingen samen naar tentoonstellingen. Mijn moeder werkt keihard, maar zorgt slecht voor zichzelf. Ik wil al zo lang met haar eens op restaurant gaan, een gezellig uitje, moeder en dochter samen.  Maar mama heeft nooit tijd of neemt geen tijd voor zichzelf. Papa verwacht veel van haar.’

Elines oma vertelde haar dat vrouwen in het familiebedrijf geen plaats krijgen. Ze vond dat Elines moeder zich neerlegde bij haar rol als niet-actieve aandeelhoudster en zich uit de naad werkte zonder voor zichzelf iets op te bouwen. Oma vertrouwde Eline toe dat ze hoopte dat daar verandering in zou komen.

Onbewust nam Eline deze strijd van oma over. Ze wilt dat vrouwen in het familiebedrijf een belangrijke plaats krijgen en gezien worden. De frustratie van oma werd Elines drijfveer. Maar ze vergat daarbij naar haar eigen drijfveren en passies te kijken.

 

Dé uitdaging van Eline is om zelf vorm te geven aan de ‘onzichtbare opdracht of last’ die ze van haar oma erfde en daar haar eigen, constructief verhaal van maken.